Kippenvel, Adidas, onze razende reporter en friteslucht…
…oftewel wie of wat ontbrak afgelopen zaterdag bij Wessem Tafeltennis toen heren 1 de koppositie van de Limburgse hoofdklasse ging verdedigen tegen hun collega’s van Westa 3?
Het was er stervenskoud (Crisis? What crisis?), terwijl het toch echt pas half oktober is. En waren het niet mijn beenharen die een eigen leven leken te leiden (ik dacht geen lange broek nodig te hebben die dag), dan had ik me op enig moment wel afgevraagd waarom Theo er tussen zijn wedstrijden door als vermomd Michelin-mannetje bijliep. Alleen Stefan, onverstoorbaar als altijd in dit soort situaties, gaf voor het oog geen krimp (“Know what I mean, nudge, nudge, say no more…”), alhoewel boze tongen zullen beweren dat restanten Schots bier in het spel moeten zijn geweest.
Waarom één van de grote sportmerken op deze aardkloot zich uitgerekend op de tafeltennissport heeft gestort mag Joost weten. Of het nu is omdat meeliften met een gerenommeerd, in dit geval waarschijnlijk Duits, (tafeltennis)merk gemeengoed is geworden in onze maatschappij, of omdat de baas van Adidas een fervent pingponger blijkt te zijn, die alleen met een “eigen” batje het juiste gevoel achter de tafel hoopt te krijgen, feit lijkt wel dat het sportmerk zich inmiddels diep in de poriën van tafeltennisvereniging Westa heeft genesteld. Tafels, kleding, slaghouten, rubbers, telborden: alles van dat ene merk. En inderdaad ook aan oranje Adidas-ballen, gelukkig zonder doorlopende 3-streep, geen gebrek.
Tegen elven thuis aangekomen kreeg ik van de vrouw des huizes al snel de vraag of we nog een fritestent hadden bezocht, en dat terwijl de mens nu niet bepaald om zijn geweldig reukvermogen bekend staat. Dat was na mijn “Sad-Meal” bij de Geleense McDonalds een week eerder zondermeer een logische keuze geweest, ware het niet dat menige sportvereniging tegenwoordig zelf zijn frieten en aanverwante artikelen bakt. En hoe lekker de Westa broodjes kroket met mayo ook waren, als ervaringsdeskundige gaat mijn voorkeur toch uit naar een “niet-bakvereniging”, daarmee de Seta-beleids- en vlamtostimakers een hart onder de riem stekend.
“Niets of niemand ontbrak dus”, zou je als antwoord verwachten op bovenstaande vraag. Mooi niet dus! Onze razende reporter Mark, steun en toeverlaat in eerdere wedstrijden, liet verstek gaan. Later bleek dat hij het tweede team hand- en spandiensten had verleend (zonder veel succes overigens). Of onze slechte wedstrijd een week eerder in Geleen hem nog parten speelde, of hij de gezichten van Theo en/of Stefan even niet kon zien, of hij door Guus, Ron en Lennart onder druk was gezet, we weten het gewoonweg niet. Feit is wel dat het geen goede zaak is als zogenaamde trouwe supporters het zo snel af laten weten. Hier lijkt het laatste woord nog niet over gesproken.
Dan de wedstrijd. Daar kunnen we kort over zijn: een draak van een wedstrijd, net zo kil als de temperatuur in de zaal. Gelukkig was met Mark ook de videocamera in Sevenum achtergebleven, maar was ie er wel geweest, hij zou zondermeer (terecht) dienst hebben geweigerd. Het was een wedstrijd zonder beleving, zonder het idee dat het ergens om ging. Met name de Westa-mannen hadden het deze dag niet. Geen vorm, geen zin, moeilijk exact te duiden. Na tien meer of minder moeizame wedstrijden stond een enigszins geflatteerde 1-9 op het scorebord (fictief gezien dan, want een Adidas-scorebord lijkt (nog) niet te bestaan). Geflatteerd, omdat volgens de reporter ad interim 0-10 een juiste afspiegeling van de (krachts)verhoudingen zou zijn geweest.
Hoe dan ook, Seta 1 staat op de helft van de competitie 4 punten voor op Kluis 2 uit Geleen en 13 punten op Westa 3. In de wetenschap dat de nummers 1 en 2 promoveren naar de landelijke competitie moet het wel heel raar lopen als vanaf januari geen tafeltennisverenigingen van buiten de provincie “Wilhelminastraat 3 Sevenum” hun TomTom toevertrouwen. Of moeten we de huid nog maar even niet verkopen?
Verslag gemaakt door Gerard van de Kerkhof